Franck Sonnemans 
 

Portfolio

Imperméable percé

Imperméable percé

Imperméable ? Veel van mijn vrije werken vallen onder een thematisch concept, waaraan ik in breder verband de wat cryptische titel Imperméable ? heb gegeven. Het franse begrip “imperméable” betekent zoveel als ondoordringbaar/ondoorlaatbaar. Ik gebruik dit begrip als metafoor rondom de perceptie die wij als individu hebben over hoe en of (?) wij werkelijk kunnen doordringen tot de essentie van de ons omringende materiële en immateriële dingen. En meer bijzonder gaat het mij dan om de interactie tussen het individu en zijn omgeving; de perceptie van het eigen bestaan, zijn psyche, waaraan hij zijn identiteit ontleent; en de kwetsbaarheid van die identiteit in zijn zwalkende tocht door het labyrint van gebeurtenissen waar hij zelf geen grip op heeft.

WO I Belangrijk onderdeel binnen dit concept is altijd ook WO I, de Eerste Wereldoorlog, geweest. Een fenomeen zonder weerga en mijns inziens nog steeds te beschouwen als het macabere slotakkoord van de meest ingrijpende culturele omwenteling in de menselijke geschiedenis. Vanuit deze achtergrond heb ik begin deze eeuw het object Imperméable percé (~het ondoordringbare doorboord~) gecreëerd. Twee houten colossen in de, zoals onder Kranos genoemde, helm/hoofd-vorm; elk met een gewicht van ca. 350 kg. Zij bestaan uit axiaal opgestelde massieve platen van verschillende dikten met dito onderbrekingen. Beiden zijn elkaars supplement en vormen als het ware een eenheid van twee antagonisten. Dwars door beide beelden loopt diagonaal een gat, als doorboord door een projectiel. En face bieden ze de aanblik van een driedimensionale barcode. De verbeelding van de verwording van het menselijk individu tot een willoos wegwerpartikel, ontdaan van iedere eigen identiteit. Het is altijd mijn streven geweest om Imperméable percé ergens aan het voormalige Westfront tussen Ieper en Verdun een passend onderkomen te verschaffen als een nog steeds levende herinnering aan de Groote Oorlog, zoals WO I nog steeds in de ons omringende landen wordt genoemd. Ik heb in deze uitvoering bewust voor hout gekozen vanwege de organische en kwetsbare aard van het materiaal, maar het concept zou ook de opmaat kunnen zijn voor een veel grotere uitvoering van ca. 10 meter hoog; een samenstelling uit pisbakkenstaal die in de loop der tijden langzaam wegzinkt in de modder en wegroest tot een amorfe massa. Een langzaam in de tijd verdwijnend relict, aangetast door de elementen.

Vluchten of vechten

Vluchten of vechten

Introductie De broers Franck en Gerard Sonnemans kozen beiden voor een kunstzinnig beroep, om grip te kunnen krijgen en commentaar te kunnen leveren op de ontwikkelingen in de wereld om zich heen. Daarmee leek de overeenkomst tussen hun werk op te houden. Gerard schrijft jeugdboeken over helden en slachtoffers (maar vaak worden helden slachtoffers, of omgekeerd…). Franck maakt beelden en schilderijen met een filosofische achtergrond, vaak geïnspireerd door de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog. Maar ze ontdekten dat er inhoudelijk veel meer verwantschap tussen hun werk bestaat, toen Gerard een boek schreef dat zich afspeelt in Vluchtoord Uden tijdens die oorlog. De expositie 'Vluchten of Vechten' in Uden laat zien hoe Franck en Gerard elk op zijn eigen wijze de ontheemding en vervreemding van oorlogsvluchtelingen of soldaten aan het front in een kunstzinnige uiting verwerkt hebben. Ze willen daarmee de kijkers/lezers aanzetten tot nadenken over de waanzin van oorlog en geweld. Deze webquest stimuleert niet alleen dat denkproces, maar daagt jou ook uit om dat in een eigen kunstwerk om te zetten. Wat kies jij?

Tekeningen / Dessins

Tekeningen / Dessins

Drulon

Drulon

Drulon Van 1999 tot 2019 floreerden de beeldentuinen Jardins de Drulon rondom het gelijknamige kasteel in het midden van Frankrijk. Jaarlijks was er afwisselend deelname te zien van meerdere kunstenaars, die reeds bestaand werk exposeerden of in situ nieuw werk met het landschap vervlochten. Een internationaal gezelschap met onder andere inbreng uit de Nederlandse Kring van Beeldhouwers. Als mede-initiator betreur ik het ten zeerste dat het project om budgettaire reden inmiddels de poorten heeft moeten sluiten. (Salut à mon Cher ami Piet…)

Enkele van mijn werken op landgoed Drulon :

~ Ici vous quittez le paradis ~ …Hier verlaat u het paradijs…

▒ houten poort ; perspex lamellen met opdruk ; 360 x 250 x 30 Tweezijdige doorgang van het ene landschap naar het andere ; opdruk : -de verdrijving uit het paradijs- (Michelangelo).

~ Paysage obscur ~ …Duister landschap…

▒ RVS ; plexiglas ; 220 x 50 x 2 Is landschap koopwaar ( ?..)

~ L’ orgueil d’ Ulysse ~ …De hoogmoed van Ulysses…

▒ gips ; zwarte en bronzen coating ; levensgroot De onverzadigbare drift van de mens om door de goden verboden onbekende terreinen toch binnen te dringen. Dante, Divina Commedia, Inferno, XXVI, 85-142

~ Communauté décapitée ~ …Onthoofde samenleving…

▒ RVS ─ 220 x 30 x 15 ; glas ─ 60 x 45 x 2 Gedenkteken voor de dwangarbeiders uit Midden-Limburg, vanaf Venlo naar Nazi-Duitsland afgevoerd in oktober 1944. Geplaatst in Helden, Nederweert en Venlo.

Œil-de-Bœuf

Œil-de-Bœuf

Oeil-de-boeuf * past in de reeks van objecten als Elagabal en Imperméable. (zie ook Kranos) Men kan het beschouwen als een autonoom beeld, maar ook als een architectonische maquette.

▒ Travertin, hout, messing, tegelwerk afm. incl. voet : 160 x 120 x 80

Een onttopte hoofd-/helmvorm met doorgangen die ogen, neus, mond en oren suggereren. Bewust is er gekozen voor het materiaal kalksteen (travertin) als een allusie op menselijk bot.

Het verbeeldt de zintuiglijke interactie tussen buiten en binnen, vervat in een amfitheatergelijke constructie. Binnenin bevindt zich een arena, het brandpunt van de ‘gewaarwording’. Dit is het theater waarin de transitie van waarnemingen naar gedachten plaatsvindt. Hier vinden constant fluctuerende processen plaats, van emotionele reacties als het gruwen en het vermaak tot het ontwikkelen van nieuwe inzichten en ideeën. De erin opgenomen steigerconstructies reiken a.h.w. door een denkbeeldig schedeldak; zij verwijzen naar de opbouw van c.q. de vlucht naar het onbegrensde transcendente denken.

* Oeil-de-boeuf betekent letterlijk vertaald ossenoog . Afgezien van (1) het oog van een rund staat het begrip ook voor (2) een rond venster in een bouwwerk en (3) een paard met een oogvergroting, tengevolge waarvan het dier bijziend en erg schichtig is.

Elagabal

Elagabal

Over Elagabal : of El Gebal (Ilah ha-Gabal : heer van de berg). Elagabal was een oud Fenicisch-Syrische zonnegod, wiens cultus nauw samenhangt met diverse zonneculten in het oude Egypte en het Midden-Oosten.

Elagabal Elagabal is een zonne-/windobject, dat enerzijds als een autonoom beeld maar anderzijds ook als een architectonische maquette kan worden beschouwd. Het betreft een holle schedel-/helmvormige sculptuur, welke aan de buitenkant is bekleed met ± 1500 gepolijste marmerblokjes van wit Carrara. Het geheel rust op een taps oplopende houten constructie in de vorm van een berg zoals een ziggurat, centraal in binnenste daarvan toegerust met een wenteltrap. Totale afmetingen : 160 x 120 x 150 cm. Aan de Universiteit Eindhoven heb ik een architectonisch haalbaarheidsonderzoek laten uitvoeren om te achterhalen of Elagabal ook als een bouwwerk met een diameter van ruim 20 meter kan worden gerealiseerd. Het onderzoeksresultaat bleek zondermeer positief. Met toepassing van geavanceerde bouwtechnieken (spuitbeton op ‘ballonconstructie) kan een zelfdragende koepel worden geconstrueerd waarin de drukkrachten rondom goed worden verdeeld.

Hoe ziet het bouwwerk er dan uit ? Elagabal vormt aldus het concept voor een veel groter uit te voeren zonne-/windobject. Een koepelvormig bouwwerk, vrijstaand in een open zonovergoten vlakte of op een heuvel. De basis is ovaal, met een lengte-as van ca. 20 meter. De koepelhoogte bedraagt ca. 12 meter. De buitenmantel bestaat uit reflecterend witte tegels, marmer of keramiek. Naar binnen toe is de ruimte hermetisch gesloten en alleen maar via een onderaardse trap toegankelijk. De voorzijde van het bouwwerk richt zich over de lengte-as naar het Zuiden. Over dit zuidelijk front zijn er van Oost naar West 17 prismavensters aangebracht in een vlak onder een hoek van 53°. Zoals bekend draait de baan van de zon van oost naar west, maar varieert de invalshoek van het licht per jaargetijde geleidelijk ingevolge de verschuivende stand van de aardas ten opzichte van de zon. De prismavensters in Elagabal zullen, afhankelijk van de stand van de zon, het licht daarvan geleidelijk anders divergeren. M.a.w., er zullen binnen de ruimte door het jaar heen subtiele spectrale kleurverschuivingen van het invallend zonlicht waarneembaar worden. Daarnaast bevindt zich rondom in het koepeldak een windorgel, bestaande uit 32 orgelpijpen waar doorheen, afhankelijk van de windrichting, hogere of lagere fluittonen naar binnen worden gedragen. Dagelijks zal er dus binnen in de ruimte een andere licht- en geluidervaring zijn. Soms zal die beleving ook minimaal zijn, zoals bij windstilte en/of zware bewolking.

Wat is de ‘inhoud’ van het bouwwerk ? De formele inhoud van het gebouw is letterlijk leeg. En dat moet ook zo blijven. Dus géén obstakels en géén exhibities… Basaal staat immers het ervaren van de leegte van die lege ruimte. Doel is juist de ogenschijnlijk onzichtbare leegte langs deze weg ruimtelijk zichtbaar of tastbaar te maken. Hoe vang je lucht, licht of leegte ? Je wordt hier voortdurend heen en weer gebokst tussen de subtiele interpretaties van eenvoudige begrippen : ~ inhoud, ruimte en leegte ~ ; letterlijk en figuurlijk. Je wordt in deze omgeving ook helemaal teruggeworpen op jezelf en je primaire gewaarwordingen. Voor de een zal het een contemplatieve ruimte zijn, voor een ander een claustrofobisch gewelf. Rick Vercauteren heeft het al eens goed verwoord toen hij de binnenruimte van dit object als ‘volledig’ omschreef.

Il lato scuro del sole

Il lato scuro del sole

Il lato scuro del sole (It.: ..De donkere/duistere zijde van de zon..). Enerzijds is dit een autonoom beeld. Door de gedeeltelijk opengewerkte constructie fungeert het daarnaast echter ook als explicatie voor het interieur van zijn marmeren pendant Elagabal.

Sinds mensenheugenis werd in vrijwel iedere cultuur de zon als omnipotente bron voor alle leven onderkend. Dit verschafte de zon alom een opperste goddelijke status, ter ere waarvan tal van min of meer identieke culten ontstonden. De erediensten rond de zon werden veelal geleid door hogepriesters wier positie dikwijls gelieerd was aan die van het opperste gezag. Farao’s, koningen, keizers representeerden vaak de almacht van de zon of lieten zich zelfs verheffen tot de incarnatie daarvan. Zoals latere Romeinse keizers, die de eretitel Sol invictus droegen: - De onoverwinnelijke Zon - .

Il lato scuro del sole is een verwijzing naar de hovaardij van de macht. De koepel van het object vormt aan de buitenzijde met zijn stralenkrans een allusie op de zon op aarde, hetgeen de stralende grootheid van een heerser zou moeten uitdragen. Illustratief zijn personen als Ramses II, Heliogabalus en Louis XIV, de Zonnekoning. Aan de binnenzijde van het object zijn het gewelf en de vloer echter inktzwart, waardoor men ieder gevoel voor dimensie verliest. De enige oriëntatiepunten worden gevormd door het licht en het geluid die respectievelijk via een reeks van prisma’s en orgelpijpen naar binnen komen. Beide elementen krijgen hier een geheel andere duiding dan bij Elagabal. In plaats van dat uit te stralen, worden licht en geluid hier alleen maar geabsorbeerd en in de leegte gezogen. Het beeld staat daarmee voor protserige zelfgenoegzaamheid en zelfverheffing: de duistere kant van de macht…

Onlangs ontdekte ik op een heuvel in Duitsland een bouwwerk van de Zwitserse architect Peter Zumthor, de Bruder Klaus Kapelle in Mechernich-Wachendorf. Wat mij trof was dat hij hierbij van een min of meer vergelijkbaar belevingsconcept was uitgegaan als dat van Elagabal en Il lato scuro del sole. Om het interieureffect van beide van mijn objecten nader te visualiseren heb ik de vrijheid genomen om enkele foto’s van Zumthor’s kapel hier in deze site op te nemen.

Destriero / Cheval de bataille

Destriero / Cheval de bataille

Paard-objecten

In veel werken speelt het fenomeen paard een elementaire rol. Die rol reikt verder dan louter de viervoetige verschijningsvorm; het wordt ingezet als metafoor.

Grondthema vormt ook hier een verwijzing naar de Eerste Wereldoorlog. Enerzijds bestaat er een reflectie op de naar schatting 10 miljoen paarden en muildieren die bij hun inzet aan het front het leven hebben moeten laten… Anderzijds krijgt het paard een meer overdrachtelijke rol. Het wordt tot drager van de verbeelding van de getormenteerde menselijke ziel.

Met het paard laten zich bij uitstek emotionele abstracties uitbeelden. In beelden als Destriero en Cheval de bataille strijden tegengestelde aspecten om voorrang : kracht en élégance versus doodsangst en verminking. Paardvormen in een arena of een abattoir als kwetsbare en weerloze organische wezens, bedreigd binnen een vervreemdende ~ door mensenhanden gecreëerde ~ omgeving, waaruit ontsnappen niet mogelijk is.

Ercole nel bosco

Ercole nel bosco

▒ Beukenhout, brons, Perzisch travertin

afm. : 60 x 40 x 40

Ercole nel bosco (It. ; Hercules in het bos) is een autonoom beeld, dat ook gezien kan worden als een maquette voor een grotere opstelling in een glooiend landschap.

Het object verhaalt over de beproevingen van de klassieke held Hercules (Gr. Herakles); een metafoor voor de uitdagingen en de obstakels waar de mens mee wordt geconfronteerd. Aan de ene kant bevinden zich 12 gekromd toegespitste beukenhouten segmenten, eenzijdig gespoten in een gifgroene transparante lak. Bovenin zijn ze gesplitst, als waren het slangentongen. Zij staan voor de 12 schier onmogelijke werken die door de goden aan Hercules werden opgedragen. Daar tegenover stapt een bonzen figuur, Hercules, hen onvervaard tegemoet. Hoewel armen en hoofd ontbreken straalt de figuur kracht en vastberadenheid uit.

Voor een optimale impressie van het geheel is een juiste positionering t.o.v. het zonlicht van belang. Wanneer het oostelijk ochtendlicht de achterzijde van het bos beschijnt, dan lijkt dit een omineuze schaduw over de nietig ogende figuur te werpen. Wanneer het licht later vanuit het westen komt, dan lijken de rollen tussen de antagonisten echter omgedraaid en gaat er eerder dreiging van de figuur uit.

Poort van Janus – Concept

Poort van Janus – Concept

Concept : Poort van Janus

Locatie : Rotonde Blerick / Blariacumcollege

Motivatie In de jaren 2006-2007 heeft het Blariacumcollege te Blerick nieuwbouw laten plegen op het terrein in het noordwestelijke kwadrant van de haakse kruising van de Drie Decembersingel en de Burgemeester Gommansstraat. Het nieuwe schoolgebouw is een opmerkelijk staaltje van moderne architectuur. Het oogt zondermeer futuristisch. Niet alleen vanwege het ovale grondplan, maar ook vanwege de transparante voortzetting van dit grondplan in de hogere verdiepingen en een passend gebruik van materialen en kleuren. Belangrijk is ook dat men het gebouw zijn ruimtelijke autonomie heeft gegund. Het staat niet zomaar ergens tussen gepropt, maar het kan vrij ‘ademen’ op zijn eigen brede territorium.

Over zijn lengte-as richt het gebouw zich min of meer frontaal op de voornoemde kruising van straten. Op deze kruising is inmiddels een rotonde aangelegd, welke rotonde daarmee spatiaal duidelijk in de invloedssfeer van het gebouw staat. Nauw betrokken als ik mij bij het Blariacumcollege en haar filosofie voel, denk ik dat iedere kunstzinnige toepassing op de betreffende rotonde conceptueel en formeel zoveel mogelijk in relatie met de school en haar gebouw moet staan.

Als onderwijsinstelling rekent het Blariacumcollege niet alleen kennisoverdracht, maar vooral ook het bevorderen van maatschappelijke integratie tot haar belangrijkste taken. Zij beschouwt zichzelf in overdrachtelijke zin dan ook als een doorgang of poort voor alle leerlingen op weg naar het assimileren van kennis en integratie. Mijn concept voor een invulling van dit beeld op de rotonde wil hierop aansluiten. Naast de accentuering van de doorgang tussen de twee straten vormt de Poort van Janus ook een symbolische satelliet van het gebouw, die als het ware langs de voorhof ervan scheert.

Voor de meeste Nederlanders roept de naam Janus wellicht een wat banale associatie op, maar ik ben van mening dat er met dit Janus-symbool op deze plaats veel contemporaine en historische puzzelstukken verrassend op één plek zullen samenvallen.

Janus (Ianus) is een van de oudste en belangrijkste Romeinse goden. In de Romeinse mythologie was Janus de god van de overgangsprocessen in het eeuwigdurend veranderend complex van zich telkens vernieuwende en uiteenvallende dingen om ons heen. Hij was de god van de doorgangen, van het begin en het einde, van het openen en het sluiten. De poort of deur (ianua) droeg daarom zijn naam. Janus werd afgebeeld als een god met twee gezichten die elk in een tegenovergestelde richting keken (Janus bifrons), waarmee werd aangeduid dat hij tegelijkertijd de toekomst en het verleden kon overzien. In die dualiteit representeerde hij vaak enkel de tijd, maar ook zon en maan of dag en nacht. Als god van vruchtbaarheid en leven symboliseerde hij de jaarlijkse cyclus der seizoenen, te beginnen en te eindigen in de naar hem genoemde maand Januari. Ook werd hij genoemd als de stichter van het maatschappelijke leven en van de civilisatie. Hij zou de god zijn geweest die de mensen uit hun barbaarse toestand verloste en hen tot een ordelijk bestaan bracht.

Janus en Blariacum Het Blariacumcollege ontleent haar naam aan de oude Romeinse benaming van het huidige Blerick. Blariacum, zoals het destijds werd genoemd, vormde in de eerste eeuwen van onze jaartelling een militair steunpunt aan de Maas voor de Romeinen.

Je kunt je afvragen of de Romeinen hun god Janus mee naar Blariacum hebben gebracht, of dat het juist omgekeerd was en dat Janus hen naar Blariacum heeft gevoerd ?... Hoe het ook zij, kennelijk heeft Janus in de afgelopen millennia Blariacum nooit verlaten. Hoe anders valt immers nu het toeval te verklaren, dat niet alleen het Blariacumcollege de symbolische ‘poort’ voor haar leerlingen wil zijn, maar dat de god Janus al in de oudheid ook als de begeleider en beschermer van de zich ontpoppende adolescenten werd vereerd ?

De poort van Janus Met de poort van Janus op de rotonde in het voorterrein van het Blariacumcollege denk ik dat er een subtiele synthese tussen ideologie, symboliek, historie en landschappelijke architectuur verwezenlijkt kan worden.

Mijn concept gaat uit van een dubbele poortconstructie van ca. 8.50 meter hoog, uit te voeren in de Romeinse bouwwijze van beton en terracottategels (- opus latericium -); kruislings smeedijzeren hekwerk; een bronzen Janushoofd van 1.50 meter als bekroning. De hele constructie is gebaseerd op twee identieke L-vormige elementen, die links/rechts dusdanig haaks op elkaar zijn geplaatst, dat er bij nadering van de rotonde axiaal twee verschillende poorten te zien zijn. Over de noord-zuid as ziet men een ‘open’ poort en over de oost-west as ziet men een min of meer ‘gesloten’ poort. *

Deze dubbele poort verheft zich uit een rond bassin, waarvan de constructie een diameter van ca. 14 meter heeft.

In het centrum van dit bassin bevindt zich een ronde cascade-put met een doorsnede van 3.50 meter, waarin het water naar beneden stort. In wezen dus het omgekeerde principe van een fontein : het water borrelt kalm op langs de buitenzijden van het bassin en stort in het midden weer terug in de put. Door de kracht van het concentrisch vallende water op een daaronder liggend rooster moet er op geëigende atmosferische momenten een fijne neveldamp uit de put op kunnen stijgen. **

Centraal, op het hoogste punt van de ‘open’ poort, is een bronzen Janushoofd gedacht. Hoogte ca. 1.50 meter. Dat bronzen hoofd is naar vormgeving letterlijk de organische completering on top of .... Het dissocieert en het harmonieert. Eenheid in tegenstelling. Na enig wikken en wegen heb ik gekozen voor één hoofd met twee gezichten, in plaats van twee hoofdhelften die elkaar bijna raken. (zie tekeningen en maquettes). Veel heeft dit te maken met latere besluiten over de basale constructie, die daarmee langs meerdere wegen alleen maar sterker is geworden. Overigens beeldden de Romeinen het Janushoofd op verschillende manieren af. Naast twee identieke mannengezichten kwamen er ook samenvoegingen van zon en maan of van man en vrouw voor. Voor dit project neig ik naar een meer specifieke combinatie ; een klassiek Romeins/Etruskisch mannengezicht gekoppeld aan een negride vrouwengezicht.

* In het oude Rome nam de tempel van Janus een vooraanstaande plek in. In tijd van oorlog stonden de voor- en achterpoorten van de tempel altijd open. Slechts in tijd van vrede werden ze ritueel gesloten. Ze zijn destijds over een periode van ruim 600 jaar maar zelden gesloten geweest.

** Toen de vroegste Romeinen onder Romulus door vijanden werden belegerd, slaagden zij er maar niet in om een van de poorten van de stad te sluiten. Volgens de legende kwam de god Janus hen te hulp door op die plaats een sulferbron te slaan, die de vijand buiten de poorten hield.

De neveldamp die uit de cascade-put opstijgt is een verwijzing naar die sulferbron. Daarnaast vormt het circulerende water in de cascade bij uitstek een metafoor voor de essentie van Janus, het eeuwigdurende proces van veranderingen en vernieuwingen in de Natuur. Herschepping over herschepping.

Panta rhei (“alles stroomt” / “alles is in beweging”) : Herakleitos

Kranos

Kranos

Al vroeg in mijn Gymnasiumtijd ontstond er een bijzondere fascinatie voor de antieke Griekse cultuur. Een stroom van meanderende openbaringen zetten zich toen vast in het geheugen en het denken. Een homogeen pakket van literaire, mythologische, historische en filosofische inzichten, waarin last but not least ook het artistieke onderdeel niet onvermeld mag blijven.

Kranos Toen ik na het eindexamen voor het eerst naar Griekenland reisde, was het een uitzonderlijke ervaring de dingen van nabij in hun oorspronkelijke pracht onder het mediterrane licht te mogen aanschouwen. Even bekroop mij evenwel ook een lichte verwarring, veroorzaakt door de discrepantie tussen wat nu resteerde en hoe het er ooit moet hebben uitgezien. Ik realiseerde mij echter, dat ook verval een zekere esthetiek heeft; en daarnaast, dat de menselijke geest over het vermogen beschikt om een quasi onaf of beschadigd object denkbeeldig te completeren door de spirituele beleving die dat object kan oproepen. Wat destijds nog onbewust de meeste indruk heeft achtergelaten, was een bezoek aan een galerij van het archeologisch museum in Olympia. Ik stond daar ineens, bijna letterlijk, oog in oog met een rij klassieke bronzen helmen… De vorm van zo’n helm (gr. Kranos), met zijn specifieke ooggaten en neusbeschermer, had voor mij een enorme indringende psychologische impact. Naar mijn gevoel keek ik naar een bronzen relict waarin de ziel van de vroegere drager ervan echter nog steeds aanwezig was en dat omgekeerd ook mij spiedend aankeek…

Basisvorm Die specifieke helm/hoofd-vorm is in mijn latere beeldende werken geworden tot een steeds terugkerende metafysische basisvorm. Zo ontstonden er in een reeks de objecten œil-de-bœuf, elagabal, imperméable ?, imperméable percé en elagabal 2 (il lato oscuro del sole). Allen vormen zij holle, sferische constructies; waarbij het verschil in materiaalkeuze, zoals kalksteen, hout of lood, bij elk afzonderlijk telkens ook een specifieke eigen rol in het geheel speelt. Ieder object vormt weliswaar een autonoom beeld, maar men kan elk daarvan echter ook als een architectonische maquette beschouwen. Concepten voor hoge contemplatieve ruimten waarbinnen een zintuiglijke reflectie plaatsvindt. Een interactie tussen binnen en buiten; het waarnemen en de innerlijke perceptie daarvan. Hoe de werkelijkheid der dingen zich manifesteert is altijd louter de subjectieve resonantie daarvan zoals die alleen maar in het brein van ieder enkel individu afzonderlijk tot stand kan komen.

Ceux de 14 (Gangreen)

Ceux de 14 (Gangreen)

vormt een groep van 4 beelden, uitgevoerd in tandartsgips en polyurethaan.

afm. ieder : 75 x 35 x 35 cm

De titel van het werk is ontleend aan het gelijknamige boek van Maurice Genevoix , vrij te vertalen als ~ Die van 14 (1914) ~. Genevoix doet hierin verslag van de gruwelen die hij en zijn metgezellen aan het front gedurende de Eerste Wereldoorlog moesten ondergaan.

Vier naakte mannen, aangetast door een gradueel voortwoekerende infectie, een gangreen. Dit gangreen belichaamt echter niet alleen een microbieel proces. De lichamen ondergaan een metamorfose, waarbij het organisch weefsel langzaam wordt geabsorbeerd door een anorganische materie van artificiële structuur. De duiding is meerledig. Hoewel er duidelijk sprake is van een fysieke necrose, is de aantasting zelf echter van een ietwat ondefinieerbare mathematisch geconstrueerde textuur. De oorlog heeft zich steeds verder in de lijven gevreten. Lijven die langzaam verworden zijn tot mechanismen, gedevalueerd tot achteloos verbruikt industrieel vervaardigd gerobotiseerd oorlogsmaterieel. Wegwerpproducten. Geleidelijk worden de mannen ontdaan van hun menselijke identiteit en van hun individualiteit. Afhankelijk van de mate van aantasting variëren hun poses van zelfbewust naar berustend, naar vertwijfeld verzet, naar waanzin / agonie.

Los van gene oorlog is er de vraag in hoeverre die metafoor thans ook doorloopt in de samenleving ingevolge de voortschrijdende AI-ontwikkelingen ?..

Imperméable

Imperméable

▒ Lood, staal, gips

afm. : 105 x 75 x 80

Imperméable behoort tot de reeks van objecten als Oeil-de-boeuf en Elagabal.

Een gesloten hoofd-/helmvorm, a.h.w. zwevend boven haar eigen schaduw.

Het beeld is een holle, hermetisch afgesloten, sferische constructie van gewapend gips, bekleed met loodfolie en verheven boven een stalen ovaal.

De titel van het werk is ontleend aan het Franse begrip voor ondoordringbaar / ondoorlaatbaar. Door zijn beslotenheid is het in feite een naar binnen gekeerd beeld, dat daarmee wil verwijzen naar de ongenaakbaarheid van het individuele denken; naar het volledig afschermen van het voor anderen ontoegankelijke domein van de eigen identiteit.

De buitenmantel van de helmvorm is vervaardigd van lood. Afgezien van het soortelijk gewicht wordt dit metaal gekenmerkt door een tweetal ambivalente eigenschappen : enerzijds heeft het een beschermende werking zoals tegen schadelijke straling, maar daarnaast is het zelf ook toxisch voor organismen.

Epifanie (kouros)

Epifanie (kouros)

▒ Diverse materialen

afm. : 260 x 100 x 160

Epifanie is een tweedelig samengestelde installatie. Frontaal staat een Grieks/Egyptische tempelvorm uit gasbeton; daarachter bevindt zich een half ondergelopen trechter van aardewerk, welke (i.s.n.) gedragen gaat worden door afgeknapte geblakerde boomstammen.

In de tempel staat een van bovenaf beschenen beeld van een kouros (Gr.; jongeling). De pose van het beeld vindt haar herkomst in de archaïsche canon van Helleense beelden : ~ frontaal gericht rechtop staand; een serene glimlach; de armen strak langs het lichaam met toegeknepen handen; de linkervoet licht voor de rechter geplaatst ~. Het beeld representeert een ode aan de mannelijke jeugd.

Epifanie betekent ‘verschijning’ of ‘manifestatie’. In deze opstelling staat het voor ‘het moment waarop de godheid zich aan de mens presenteert’ of meer nog ‘het goddelijke in de mens’.

Achter de tempel drijft een half ondergedompelde loden soldatenmantel in een ovalen bekken. Dit bekken heeft de vorm van een granaattrechter, maar men kan het evengoed ook associëren met een doopfond of een baarmoeder.

Het geheel past binnen de serie Eerste Wereldoorlogwerken, maar verhaalt in wezen van een tijdloos repeterend continuüm. De quasi godgelijke jeugd wordt vaak zonder scrupules geofferd voor, veelal schimmige, belangen van het bestel. Generaties individuen in de knop gebroken, de mogelijkheid ontnomen het leven tot volle wasdom te laten komen. Sic transit gloria mundi

Horses in a landscape

Horses in a landscape

▒ Olieverf op linnen Afm.: 90 x 70 cm

Twee opgeschrikte paarden die een vluchtbeweging naar rechts maken, weg van het terras waarop zij zich bevinden. Het blauw van de paarden wordt langzaam geabsorbeerd door het nachtelijk zwerk. De omineuze dreiging komt vanuit het westen, de richting van waaruit de late zon het landschap beschijnt. Dat landschap loopt vanaf links via het Italiaanse Orvieto over naar een toendra-achtige vlakte rechts. De contrasten in het geheel zitten niet alleen in het complementaire kleurgebruik van okers en blauwen. De uitgedrukte dreiging is metafysisch en verbeeldt de oprukkende dissonantie tussen cultuur en natuur.